Bello Gallico, op herhaling.

Twee jaar geleden liep ik tijdens de Bello Gallico mijn eerste 50-mijler en vorig jaar mijn eerste 100-mijler. Aan de 2017 editie heb ik zowel goede als slechte herinneringen. De mooiste herinnering blijft toch wel het beklimmen van het podium nadat ik de 100 mijl tot een succes heb gebracht. De slechte herinnering is het feit dat ik in de laatste 40 kilometer mijn voeten helemaal aan gort heb moeten lopen. Vele uren heb ik met veel pijn doorgebracht.


Dit jaar ga ik op herhaling en hoop niet op een herhaling van zetten. Zes weken voor de Bello Gallico weet ik tijdens de LEO180 nog een afstand van 140 km. te overbruggen in een uurtje of 24. Het plan is om na de Leo een weekje of twee rust te nemen, gevolgd door 2 weken draaien van veel omvang en vervolgens weer 2 weken rust. Het plan wordt echter ingehaald door de werkelijkheid. Een dag na de Leo kan ik nauwelijks lopen en dit komt niet door spierpijn. Er lijkt iets mis te zijn in mijn rechter voet. Kan echter pas op donderdag terecht bij mijn achterburen, fysiotherapeutisch medisch centrum Verzijden. Vertrouw het helemaal niet. Het zou zomaar een stress-, marsfractuur kunnen zijn. Dus snel een afspraak bij de huisarts gemaakt waarna een marsfractuur vrijwel zeker werd uitgesloten. Hoewel ik nog niet fatsoenlijk kan lopen ben ik wel gerustgesteld.

Het blijkt een overbelasting van een pees te zijn die van de grote teen naar het onderbeen loopt. Enkele weken met therapie volgen waarbij ik minimaal mag blijven lopen. Tweeëneenhalve week voor de Bello zijn alle klachten weg en lijkt alles weer volledig belastbaar. Normaliter zou ik twee weken rust houden maar wil toch nog wel wat omvang trainen. Sinds ik op lage hartslag, vol in het gebied van vetverbranding, train heb ik gemerkt dat ik zonder veel problemen een flinke omvang kan maken. Tot voor kort dacht ik dat je veel sneller herstelt als je op vet loopt maar dit blijkt niet te kloppen. Het lopen op vet geeft veel minder oxydatieve stress waardoor er minder spierschade optreedt. En wat niet stuk gaat hoeft ook niet te herstellen. Ik weet er in zeven dagen nog 100 km. uit te slepen waarna ik een week rust neem. Zie veel lopers bijna tot de laatste dag nog trainen. Geloof me, je traint er echt niets meer bij die laatste dagen. Rust zul je veel meer aan hebben.

Ondertussen krijg ik weer last van hetzelfde euvel als vorig jaar. Heb al jaren last van het fenomeen van Raynaud wat niet alleen klachten kan geven aan de handen maar ook aan de voeten. Mijn hakken zijn gevoelig en dat is geen prettig vooruitzicht met 160 km. in het verschiet. Vorig jaar bleek de oplossing het verminderen van de kou. Ik vlieg het aan als een blessure. Belasting volledig wegnemen, gevolgd door herstel en vervolgens de belasting weer gedoseerd toedienen. Dus de verwarming gaat aan op een bescheiden 15 graden en de koude douche wordt verruild voor een warme. Na een weekje zijn de klachten verdwenen en mag de koudwaterkraan weer open. Sommige vragen zich mogelijk af waarom ik me zo blootstel aan kou. Ik geloof in de heilzame werking van kou en zie met name het uitzetten van de verwarming als training in het accepteren van ongemak en onbehagen. Die rottocht in het eerste weekend van maart zal ook enorm veel ongemak en onbehagen geven. Sorry Stef en Tim. De Legends Trail is een avontuur maar blijft een klote tocht.
Tijd voor een filosofisch stukje. Veel mensen vinden dat als ze in een rotsituatie zitten, de situatie moet veranderen of dat er iets gedaan moet worden om het weer fijn en prettig te maken. Je kunt ook gewoon zeggen: "het is klote, het zei zo".

En dan is het vrijdag. Na een ochtend werken tuf ik halverwege de middag richting Oud-Heverlee. Heb in de buurt van de start een hotel geboekt zodat ik vrijdag avond rustig kan pitten en van zondag op maandag ook. Wil niet na anderhalve nacht doortrekken nog het hele stuk naar huis rijden. Rond de klok van vieren arriveer ik bij het hotel waar ik hartelijk welkom wordt geheten. Ik leg alles klaar voor vannacht, probeer wat te relaxen en vertrek om vijf uur naar zaal Rozenberg. Het is een kleine drie kilometer een doorgaande weg volgen, ideaal dus. Wanneer ik aankom is het nog redelijk rustig. Loop wat rond en maak hier en daar een praatje. Dan arriveert ook Peter, oud clubgenoot van AV Marvel te Boxtel. Peter was de eerste binnen onze atletiekvereniging die al weer heel wat jaartjes geleden de overstap naar de langloperij maakte. Ben dus een beetje in zijn voetsporen getreden. Iets na zessen staat een heerlijke pasta-maaltijd op ons te wachten. In het kader van laag in de koolhydraten bljjven geniet ik van een paar borden pastasaus met geraspte kaas, zonder de pasta. Aan tafel zegt Peter tegen een loopmaatje: "Mark heeft mij nog training gegeven". Klopt. Heb alweer een hele poos geleden een klein half jaartje twee keer per week training gegeven bij de atletiekvereniging aan de groep waar ikzelf altijd bij trainde, toen onze trainer tijdelijk het stokje neerlegde. Verder een jaartje of vijftien plaatsvervangend looptrainer gespeeld. Ik kan immer zeggen dat ik vergezeld wordt door een prima trainer, dat ben ik namelijk zelf.

Wanneer de innerlijke mens gevuld is ga ik terug naar mijn hotel. Met anderhalve nacht doortrekken in het vooruitzicht wil ik nog zoveel mogelijk rust pakken. Te hotel controleer ik voor de laatste maal alles, racevest en dropbag voor halverwege. Kijk vervolgens een uurtje televisie en ga om half tien met het beproefde recept, een half slaappilletje, naar bed. De wekker staat om drie uur maar ben ongetwijfeld eerder wakker.  Ruim voordat de wekker zou gaan ben ik wakker. Heb geen flauw idee hoeveel uurtjes effectieve slaap ik heb gehad maar voel me uitgerust. Ik kleed me aan, pak mijn racevest en dropbag en rijd het kleine stukje naar de start. Nu is het een drukte van jewelste. Deponeer mijn dropbag, en laat de Legendstracker bevestigen. Iets voor vieren bestijgt race director Tim het podium voor de race briefing. Ik ben er maar half bij maar begrijp dat er twee soorten pijltjes zijn die we mogen volgen. Heb de route ook in het horloge staan met als backup de handheld GPS. Zal dus wel goedkomen.

Om vier uur staan we met een grote groep te trappelen om te mogen vertrekken. Er wordt afgeteld en dan mogen we los in de nacht. Het is werkelijk fantastisch loopweer. Met een temperatuur die iets onder het vriespunt ligt en geen neerslag hebben we nog niets te klagen. Het plan-de-campagne is de eerste 80 kilometer vrijwel alles dribbelen. Tijdens de Leo heb ik gemerkt dat ik een behoorlijke tijd rustig op standje vetverbranding kan hobbelen, dribbelen, ultra-shuffle of hoe je het rustige tempo ook wilt noemen. Ik hou me in dit stadium vooral bezig met hoe ik me voel bij het tempo dat ik loop. Probeer niet een vooraf gesteld tempo te lopen maar meer een constant goed gevoel over het tempo. De Bello Gallico is een redelijk vlakke race doorspekt met stukjes vals plat en hier en daar een veneinig klimmetje. Hobbel ook de stukjes vals plat heel rustig naar boven maar soms is het: "zoek het maar uit, ga wel even wandelen. Geen kostbare energie verspelen".  De kilometertijden fluctueren enorm maar prijs me gelukkig met de wijze van voortbewegen. Vanaf de start doe ik mijn eigen dingetje en probeer niet bij anderen te blijven. Mijn eigen dingetje doen is belangrijk maar als ik even samen kan lopen is dat wel fijn. Op een gegeven moment lopen we op een pad en zie op mijn horloge dat we een afslag naar rechts hebben gemist. Loop even terug en met een paar lopers twijfelen we even over de route. We vinden een pijl, dus we lopen wel goed. GPS-track wijkt dus een stukje af van de route. Bij een drukke doorgaande weg staan seingevers ons op te wachten om de oversteek veiliger te maken. Fantastisch dat vrijwilligers voor je in de kou langs de weg staan. Hartelijk dank hiervoor.

Na ongeveer 20 km. gaan we in Bierbeek op café, waar we de eerste verzorgingspost hebben. Het veld ligt nog dicht op elkaar en het is druk. Ik blijf niet te lang hangen. Geniet van een overheerlijke wrap met zalm, eet wat koekjes en chips en vul dit aan met water, koffie en cola. En hop, we gaan weer door. Vrijwel direct na het verlaten van het café kom ik samen te lopen. Hoor iets van het missen van een klein lustje maar dat dit door vrijwel iedereen wordt gemist. Zal wel geen drama zijn. We verlaten het dorp en lopen op een stukje verharde weg. Dan geeft de GPS-track aan dat we naar links moeten maar tevens pijltjes die rechtdoor aangeven. Pijltjes zijn leidend, dus we gaan rechtdoor. Maar wat als de situatie minder overzichtelijk is en je primair op de GPS navigeert? Een kilometertje verder convergeren de track met de uitgezette route. Hartelijk dank Jean-Pierre voor het ophangen van heel veel pijltjes.

Alles gaat van een leien dakje en de kilometers worden rustig maar gestaag weggetikt. Tijdens de Leo heb ik veel problemen met mijn handen ondervonden maar op dit moment gaat alles nog prima. Draag dunne Montane Primaloft handschoentjes bij een paar graden vorst en een gevoelstemperatuur die nog een paar graden lager ligt. De truuk ligt niet zozeer in het dragen van dikke handschoenen maar in het warm houden van de kern. Warme kern, ook bloed naar extremiteiten als handen die dan warm blijven. Ben normaliter niet van het warm kleden, zeker niet als ik loop. Loop nu echter vanaf de start met drie laagjes. Lang thermisch hemd met daarover een warme Merino-laag en daarover weer een goed jasje. Wanneer ik echt door zou lopen ongetwijfeld te warm maar in het hobbel-tempo prima. Volgende verzorging op 40 km.

En dan krijgen we een cadeautje, daglicht. We zijn nu slechts enkele uren verder na de start maar geloof me, na een hele nacht doortrekken is daglicht echt iets fantastisch. Ongeveer kwart voor negen in de ochtend arriveer ik iets voor het 40 km. punt bij het tweede checkpoint in Pécrot. Vorig jaar gingen we in in Pécrot op café maar nu is het checkpoint in een sportkantine. We worden hartelijk ontvangen door de vrijwilligers en ik doe weer mijn dingetje. Voel me nog prima dus wil ook hier niet te lang blijven hangen. Eet wat koekjes en chips en geniet van een kopje warme soep wat heerlijk is met alle kou buiten. Koffie, water en cola gaan er ook prima in en even later zijn we weer op pad voor de volgende etappe van 20 km.

Het lopen met daglicht is prettiger als in het donker. Kost net iets minder mentale energie. Als hobbelaar blijf ik niet te lang op de posten hangen waardoor je soms snellere lopers tijdelijk inhaalt. Het groepje Dennis, Arend en Harold komt me op een gegeven moment voorbij gestoken. We blijven min of meer bij elkaar aangezien ik rustig hobbel en dit drietal wat sneller loopt maar dan weer korte stukjes wandelt. Dennis heeft voorkeur voor een wat hoger tempo en kom op een gegeven moment samen met Arend te lopen. Fijn om even te kletsen en wat minder bezig te zijn met al het geloop. Het verzet echt even de gedachten. Aangekomen op het derde checkpoint te Ottenburg besluit ik wat langer pauze te nemen. Heb tot op heden nog niet gezeten. Had er ook nog geen behoefte aan. Doe mijn racevest af maar hou mijn jasje aan. Dennis maant me om het jasje uit te trekken om alles even wat te laten drogen. Jasje gaat over een stoel. Geniet hier rustig van een paar belegde broodjes en twee koppen warme soep. Allemaal zo goed voor het moreel. Ik schat dat ik na een kwartiertje weer onderweg ben, op weg  naar de warme maaltijd.

Hobbel de hobbel. Lichamelijk kan ik blijven hobbelen maar mentaal heb ik soms behoefte aan korte wandelpauzes. Met af en toe enkele tientallen meters wandelen probeer ik het brein even rust te geven en de boel te resetten. Met een kilometer of tien te gaan tot halverwege komen nu de eerste lopers je tegemoet gelopen. De Bello Gallico bestaat uit twee identieke rondes die eerst met de klok mee wordt gelopen en vervolgens tegen de klok in. Je wenst elkaar succes bij het passeren. Met een kilometertje of vijf te gaan komt het drietal, Maarten, Teun en Nico me tegemoet. Alle drie sterke lopers. Ze liggen dan al een tiental kilometers en een lange pauze voor. Bij de Zoete Waters zie je aan de overkant van het water zaal Rozenberg reeds liggen. Je mag echter nog een lustje lopen alvorens aan de warme maaltijd te kunnen. In dit lustje komt Marek me tegemoet. Marek heeft met nog vier anderen het plan de eerste 100 mijl binnen 20 uur af te raffelen en vervolgens aan de start te verschijnen voor de 50 mijl die om twaalf uur 's nachts aanvangt.

De eerste 50 mijl leg ik in ongeveer tieneneenhalf uur af. Twee jaar geleden liep ik mijn eerste 50-mijler ook in tieneneenhalf uur. De wijze waarop is echter compleet anders. Destijds was het 35 km. lopen, vervolgens 20 km. dribbel/wandel combi want ik kon niet op vet lopen. En dit werd gevolgd door 25 km. wandelen. Vandaag is het 50 mijl hobbelen. In zaal Rozenberg zoek ik eerst mijn dropbag. Pak als eerste mijn checklist. Heb afgelopen maart tijdens de Legends Trail gewerkt met een checklist op de checkpoints en toen ervaren dat het rust en structuur geeft als je vermoeid begint te raken. Je bent snel iets vergeten als je vermoeid bent. Terwijl ik bezig ben met de kleding wissel komt Fre vragen of ik een warme maaltijd wil. Zekers! Half omgekleed geniet ik van aardappelpuree met stoofvlees. Dat doet een mens goed. Vervolgens de rest van de kleding wissel. Daarna is het tijd de voetjes te verzorgen. Ze zien er nu nog prima uit. Begin met ze goed droog föhnen en smeer ze opnieuw in met Nok crème en trek een vers paar Injinji liner en hiker combibatie aan. Wissel niet van schoenen, alleen van binnenzooltjes. En dan masseer ik mijn benen met een massageroller. Tijdens de Legends Trail afgelopen maart leefden twee kinderen op checkpoint twee, op ruim 100 km., zich met een massageroller uit op mijn vermoeide benen. Bij het verlaten van het checkpoint voelden mijn benen weer als nieuw. Er gaat niets boven de kundige handen van een sportmasseur maar een massageroller is een goede tweede keus. Er worden nog wat mopjes getapt over het feit dat ik de tweede ronde in ga met een frisse onderbroek. Maak het racevest in orde, eet nog wat kleins en vertrek voor het tweede deel. Ben een klein uurtje binnen geweest.

Wanneer ik buiten op mijn horloge kijk realiseer ik me dat ik vergeten ben mijn horloge op te laden. Sukkel! Je kunt wel een checklist hebben maar dan moet je het wel gebruiken. Ach, dan wordt het een test hoe lang de Garmin Fenix 5x plus meegaat. De lange pauze heeft me goed gedaan en de beentjes voelen weer prima. Even warm wandelen om vervolgens weer een dribbel in te zetten. In het lustje rondom de Zoete Waters kom ik oud clubgenoot Peter tegemoet. Op basis van kilometer tijden merk ik wel dat het dribbel tempo wat lager is komen te liggen maar dat boeit me niets. Ik kan nog hobbelen, dat is wat telt. Een uurtje na het vertrek voor ronde twee heb ik weinig zin meer om te dribbelen. Fysiek is er totaal geen reden om te gaan wandelen maar ik heb gewoon geen zin meer in dribbelen. Vind mezelf wel een beetje lafjes, maar kies toch voor de wandel. Doorspek het wandelen met af en toe een paar honderd meter dribbelen. Maak er een spelletje van; kilometers binnen de tien minuten afwerken. De avond valt en het wordt langzaam kouder. Het volgende checkpoint bereiken kost me iets van drie uur. Op het checkpoint neem ik iets meer de tijd om me weer gereed te maken. Niet dat ik treuzel, maar vlieg niet direct door. De avond is gevallen wordt het langzaam kouder. Verruil het mutsje voor een fleece buff, die ik over mond en neus kan dragen. Ook trek ik nu mijn Montane featherlite donsjasje aan. Het weegt slechts een paar honderd gram en kan me nu warm houden nu het tempo omlaag gaat met het wandelen. Nog maar iets van 60 km. te gaan. Niet iets waar ik nu tegenop zie.

Tot op heden hebben we met het weer nog geen reden tot klagen. Wel wordt het smerig koud op de hoger gelegen open vlaktes waar een snijdende oostenwind in je gezicht blaast. Onze racedirectors Stef en Tim hebben een twijfelachtige voorkeur voor regen, ijsregen, natte sneeuw, sneeuw, snijdende wind en allerlei ander soort pestweer. Ze lijken op hun wenken  bediend te worden als na achten ijsregen begint te vallen. Mijn dunne handschoentjes hebben mijn handen tot nu toe prima warm gehouden maar nu het nat wordt beginnen ze wat koud te worden. Heb geen zin om dikkere handschoenen uit het racevest op te diepen, dus ik probeer ze droog te houden door ze onder mijn regenjasje te steken. Een uurtje later verwacht ik op het 120 km. checkpoint aan te komen. Hoewel ik niet meer wil dribbelen, hobbel ik de afdalingen nog wel. Het kost me extra energie om wat hoogtemeters te overwinnen, dus laat wat hulp van de zwaartekracht niet liggen. Aangekomen op het checkpoint doe ik rustig mijn dingetjes. Het is er lekker warm, er speelt gezellige muziek, kortom een fijne plaats om te vertoeven. Maar we moeten weer verder. Ik pak alvast de handheld Garmin zodat ik het bij de hand heb als het horloge het opgeeft.

Bij het verlaten van het checkpoint ben ik even enorm aan het klooien met de juiste kant op lopen. Loop goed waarna het horloge aangeeft nog 120 km. Dan loop ik blijkbaar de verkeerde richting uit. Omdraaien dus. Nee, dit klopt ook niet, moet richting de weg en daar liep ik toch naar toe. Klote, terug dus. Het was wel goed, door nu. Interessant hoe de grijze massa werkt, of beter gezegd, niet werkt onder vermoeidheid. De ijsregen  gaat over in natte sneeuw en uiteindelijk in droge sneeuw die een dun laagje vormt. Met ijsregen heb ik niets, krijg je het alleen maar koud van. Natte sneeuw geeft prut op de trail, ook geen feest. Maar sneeuw vind ik mooi. Geeft de omgeving een heel ander gezicht en je ziet alles ook beter. Vorig jaar moest ik halverwege de avond vechten tegen de slaap. Dit jaar is het niet zo dat ik alleen aan slapen kan denken maar zou toch wel graag even mijn ogen sluiten. Wanneer ik op een breed pad met een hagelwit laagje sneeuw loop, besluit ik het slaapwandelen eens uit te proberen. Ga midden op het pad wandelen om niet onverhoopt in het akker te eindigen. Sluit vijf seconden mijn ogen terwijl ik rustig verder wandel. Daarna een seconde open om het stukje voor me te scannen. En vervolgens weer vijf seconden dicht. Dit herhaal ik een paar keer. Of het helpt weet ik niet, maar vind het wel leuk.

Ben nog wel even onderweg en probeer mijn gedachten wat te verzetten. Niet bezig zijn met een 100-mijls race. Realiseer me dat het toch wel een voorrecht is dat ik hier en nu in de nacht door de bossen mag wandelen. Zie het als een fijne wandeling en niet als een lange ultra. En we zijn weer onderweg naar een café, ook niet verkeerd. In het begin van de nacht kom ik bij het laatste checkpoint voor de finish; het café te Bierbeek. Hier wordt ik hartelijk welkom geheten door Chantal, Patricia en Ingo. Het zijn niet alleen deelnemers die een nachtje mogen doortrekken maar hetzelfde lot is veel vrijwilligers beschoren. Fantastisch dat ze dit doen! Op café geniet ik van twee heerlijke warme tosties met ham en kaas, en drink wat koffie. Nog maar een kilometer of twintig. We zijn er bijna. Ingo helpt me ook nu met het aantrekken van mijn handschoenen. Dit valt niet mee met klamme handen. Hij noemt het nu gelukkig geen crèche. Voor vertrek ga ik een paar minuten met gesloten ogen en kin op de borst zitten. Als ik de deur uitstap loop ik eerst een paar meter de verkeerde kant op. Wordt snel gecorrigeerd.

Ik heb al een hele tijd de voetstappen van mijn voorgangers gevolgd, maar op een gegeven moment zie ik geen voetstappen meer, en ook geen  pijltjes. Loop nog helemaal juist volgens de GPS-track, dus het zal wel. Het is nog dichtbij het dorp dus veel kan er niet misgaan. Na een mooi stukje langs het water kan ik weer pijltjes oppikken. Voel me nog prima en de voeten protesteren ook niet echt. Voel wel iets maar het belemmerd me zeker niet. Had vooraf gesteld dat als ik ergens tussen de 28 en 30 uur binnen zou zijn, ik dik tevreden zou zijn. Zoals het er nu laat uitzien zal ik rond de klok van zeven uur in de ochtend binnen zijn; 27 uurtjes, helemaal goed.

Wanneer je er bijna bent wacht je nog een lustje door het Heverlee bos. Je weet dit op voorhand dus zeker geen mentale tik. Ook geeft het horloge aan hoever het nog is. Met nog viereneenhalve kilometer te gaan is de batterij van de Garmin Fenix 5x plus leeg. 26 uur heeft ie het uitgehouden. Met een theoretische duur van 30 uur ben ik zeer content. Pijltjes en controlerend op de handheld leg ik het laatste stukje af. Op het laatst ga je in een lijn naar de finish. Of ik in een melige bui raak, of gewoon blij ben dat ik er bijna ben weet ik niet, maar begin te zingen. "We zijn er bijna, we zijn er bijna, maar nog niet helemaal, helemaal".

In zaal Rozenberg wordt ik met luid applaus onthaalt. Op het podium krijg ik door racedirector Tim de medaille omgehangen. Hij zegt nog dat het deze keer heel wat beter is gegaan dan vorig jaar. Klopt helemaal. Ga snel mijn tas met droge kleren opsnorren en aan tafel zitten. Jean-Pierre komt vrijwel direct met een bord stoofvlees en een boterham met kaas aanzetten. Jammie, jammie. Kleed me om en föhn mijn voetjes droog die toch wel wat hebben geleden in het laatste deel. Ga bij dokter Geert op consult en de diagnose is niet verrassend; severe trenchfeet. Kun je naast drogen niet veel meer aan doen. Wordt een tijdje moeilijk lopen maar ben niet de enige als ik zo rondkijk. Was eerst van plan om even wat te gaan tukken in het hotel maar verneem dat de barbeque is aangestoken, en wil ook wel Peter zien binnenkomen. Racedirectors Stef en Tim wensen ons pestweer toe maar dit wordt ruimschoots goedgemaakt door hun wederhelften, Ania en Fre, die samen met vele helpende handen ons verblijden met heerlijk eten, voor, tijdens en na het lopen. Heb honger en het heerlijke vlees met een keur aan salades gaat er goed in. Als ook Peter gefinisht is ga ik niet veel later naar mijn hotel om wat te pitten. Even een warme douche en dan fijn slapie doen.


Als ik na een paar uurtjes weer een beetje wakker ben zie ik een gemist gesprek met landcode 32. Realiseer me direct dat mijn tracker nog aan het racevest zit. Op de Legendstracking website zie ik mijn stipje bij het hotel. Ontvang ook nog een SMS, en laat weten dat ik wel even langskom om de tracker af te geven. Als ik er dan toch ben kan ik net zo goed verder gaan met eten en het genieten van een paar Kerel biertjes in het fijne gezelschap waarin ik vertoef. Als ik echt niet meer wakker kan blijven rij ik het kleine stukje terug naar mijn hotel waar ik in slaap val. Ben midden in de nacht weer wakker want het dag/nacht ritme is het putje in gegaan. Maandag eet ik nog alles wat los en vast zit. Dinsdag doe ik de koolhydraten weer in de ban. Heb een paar dagen wat last van wat blaren maar de benen herstellen snel. Een week later pak ik de trainingen weer op.

Ik wil tot slot Stef en Tim hartelijk danken voor wederom een fantastisch Legends-evenement. En natuurlijk alle vrijwilligers die ons lopers helpen deze monstertocht te volbrengen. Zonder vrijwilligers geen race.

En dan nog een korte blik op de toekomst. In de eerste week van maart staat er weer een enorme bak met ellende te wachten tijdens de Legends Trail. De aankomende twee maanden zullen in het teken staan van de voorbereiding. Het trainingsschema wat ik volg blinkt uit in eenvoud. In Nederland veel omvang trainen op lage hartslag, minimaal tussen de zeven en tien uur per week. Dit aangevuld met specifieke trainingen in de Ardennen met een paar keer een nacht doorhalen. Ook ga ik eind januari met een groepje naar Polen om deel te nemen aan Zamieć, een 24-uurs race. Hopelijk ligt er dan sneeuw zodat ik onder winterse omstandigheden kan lopen. 









Reacties

Populaire posts van deze blog

Legends Trail 2019, verslagen door Klaas Vaak

LEO180, bikkelen in Brabant

Het Ardennenoffensief bleek een brug te ver