Bello Gallico, van 100K naar 100 Mi

Het moet begin 2017 zijn geweest toen ik me inschreef voor de Bello Gallico 100 mijl en nu is het zover. Na een intensieve trainingsperiode met het Legends Trail trainingsweekend, het ultra mind weekend, Spine training in de UK en als laatste een Legends verkenning heb ik 2 weken niet gelopen. Zowel mentaal als fysiek rusten voor de uitdaging die wacht. Enkele maanden geleden de Grizzly Beartrail met 100 kilometer als langste loop tot een succes gebracht. Dit weekend is de afstand nog steeds 100 maar dan mijlen in plaats van kilometers.

Ik heb last van het fenomeen van Raynaud wat klachten geeft aan mijn handen en voeten. Sinds ik aan koude training doe, primair bestaande uit koud douchen, zijn de klachten aan de handen vrijwel verdwenen. Ik heb echter al twee weken last van pijnlijke voeten. Niet echt iets om vrolijk van te worden met ruim 160 kilometer in het vooruitzicht. Ik vermoed dat de kou misschien wel een negatief effect heeft op de voeten. Hoewel het soms wel een dingetje is om 's morgens vroeg onder de koude douche te gaan staan, voel ik me daarna wel heerlijk. Ik besluit om vanaf woensdag een paar dagen warm te douchen. Verder geloof ik in de helende werking van magnetiseren. Langzaam lijken de voeten te herstellen en ik heb er vertrouwen in dat zaterdag ochtend de voeten goed zijn voor de tocht. Saillant detail is wel dat ik nu weer last krijg van mijn handen. Op vrijdag ochtend douche ik dus weer koud af na de warme douche want pijnlijke handen gaat hem ook niet worden. Het herstel van de voeten zet door maar het is nog niet helemaal honderd procent. Heb het vertrouwen dat ze er klaar voor gaan zijn. Dit is soms wel moeilijk in het leven: vertrouwen hebben dat iets gewoon goed gaat komen.

Joop heeft een huisje gehuurd op een kleine twintig minuten van de start. We kunnen het huisje om drie uur betrekken en ik tuf rond de klok van enen naar België. Joop arriveert iets na mij en we prijzen ons gelukkig met ons onderkomen. We genieten van een biertje en brengen het racevest en de dropbag in orde. Ik plan alleen een dropbag halverwege bij de start en finish locatie. Geen dropbag op 40/120 km. punt. Het spelen met een dropbag kost me te veel tijd. Een extra laag en sokken draag ik wel gewoon mee; heb ze dan bij de hand wanneer nodig. Vanaf zes uur zijn we welkom voor een warme maaltijd en kunnen we het startnummer ophalen. Het kleine stukje kost toch behoorlijk wat tijd want het is behoorlijk druk en de verkeerslichten staan knap beroerd afgesteld. Bij zaal Rozenberg is het goed toeven en genieten we van een heerlijke maaltijd. Vervolgens terug naar het huisje om de laatste zaken in orde te brengen. Rond negen uur zoeken we met een half slaappilletje het mandje op. De wekker staat op kwart voor drie.

Ik heb tijdens de Grizzly Beartrail ervaren dat een half slaappilletje me een goede nachtrust bezorgt voor een loopje. Met het vooruitzicht op anderhalf etmaal lopen zijn een paar uurtjes goede nachtrust wel van belang. Wanneer ik weer wakker wordt heb ik het gevoel dat ik al een hele tijd geslapen heb. De wekker geeft echter pas kwart voor elf aan. Herinner me wel een droom dus heb er al een waardevolle slaapcyclus opzitten. Ik dut weer in en ben om kwart over twee weer wakker. Wil niet halverwege een slaapcyclus die ongeveer een uur duurt worden gewekt door een blerende wekker want dan voel je je brak. Sta dus rustig op en heb zo alle tijd om me klaar te maken voor de start. Om kwart voor drie is Joop ook wakker. Zit nog even te prutsen met mijn startnummer maar bevestig het uiteindelijk in een insteekhoesje met een mini karabiner aan het rugzakje. Zal later niet zo handig blijken te zijn.

We rijden ieder met eigen auto naar de start want de kans dat je vrijwel gelijk de tocht voltooit is niet zo groot. Ik ga uit van een scenario dat ik vanaf de start veel wandelend zal voortbewegen en start met drie laagjes: lang thermisch onderhemd, Merino laag en 3-laags Gore-tex jas. Bij de start worden we voorzien van een tracker zodat zowel het safety-team als belangstellenden ons kunnen volgen. Om vier uur mogen we los.

Foto: Harry de Vries

Foto: Harry de Vries

Het is werkelijk heerlijk loopweer. In de voorgaande weken was er sprake van doemscenario's met regen en sneeuw in combinatie met bijna sub-zero temperaturen. Niets is minder waar. Ook het parkoers ligt er redelijk droog en prima bij. Wandelen zal mijn voornaamste wijze van voortbewegen zijn maar je bent fris en loopt, dribbelt en hobbelt in het begin het grootste deel van de tijd. Na een kleine drie kilometer doe ik de jas maar uit, veel te warm. Bij een korte loop zou ik het liever te koud dan te warm hebben maar bij een extreem lange tocht als deze wil ik het zeker niet koud krijgen. Ik ben in de zomer een keer onderkoelt geraakt tijdens een training en dat nooit meer. Ik heb mijn lesje toen geleerd.

De kilometers glijden rustig voorbij en al snel komen we bij het eerste checkpoint in Kortbeek Dijle op ongeveer tweeentwintig kilometer. Lig dan al een straatlengte voor op het schema van vijf kilometer per uur. Er is maar één dingetje dat me bezig houdt en een beetje zorgen baart en dat zijn mijn billen. Deze zijn wat gevoelig maar gelukkig brengt 2Toms buttshield voldoende verzachting. Ik wil op het checkpoint niet te veel tijd verspelen en spreek bij aankomst af vijf minuten binnen te blijven. De tijd vliegt na toilet bezoek, wat eten en koffie drinken. Vind zelf dat ik vlot heb doorgewerkt maar ben toch tien minuten bezig. Tijdens de Grizzly Beartrail liep ik vrijwel de hele afstand samen met Joop. Nu lopen we in elkaars buurt maar lopen ieder onze eigen race. De afstand is lang en dan kun je beter op je eigen gevoel de boel indelen. Op naar het volgende checkpoint. Ik deel deze race in brokjes, van checkpoint naar checkpoint; een soort van tussendoelen.

Het kruispunt bij het checkpoint wordt bemenst door Marek en Maarten. Altijd fijn om deze twee ultra helden tegen te komen. Maarten vindt wel dat ik een hele zware rugzak draag voor een tocht met om de twintig kilometer een checkpoint. Draag vrij veel bij me maar heb liever iets te veel dan te weinig bij me. Tot het volgende checkpoint verandert er weinig. Voldoende hobbelen en alleen de billen blijven een dingetje. Wel ben ik constant bezig met het regelen van de ventilatie, ritsje open, ritsje dicht.

Op ongeveer vierenveertig kilometer volgt het tweede checkpoint in de voetbalkantine te Ottenburg. Altijd goed je te zien Harry. Hier voorzie ik mezelf weer van voldoende brandstof. Eet alles wat los en vast zit en drink wat water, cola en koffie.

Foto: Harry de Vries

En we gaan weer verder. Tot nu toe ligt het parkoers er redelijk droog bij maar in de etappe naar checkpoint drie is de modder wat meer aanwezig. Niet dat je constant door een dikke laag prut aan het baggeren bent maar toch. Enkele kilometers voor het checkpoint herken ik de vlonders van enkele foto's op Facebook. Een timmerman kan hier dankbaar werk verrichten want het ligt er knap beroerd bij. Volop kansen om zachtjes je nek te breken. Bij checkpoint drie worden we welkom geheten door de kerstman en gaan we op café aangezien het checkpoint zich in een café bevindt. Even wat eten en goed drinken en vervolgens weer door. Tot op heden gaat alles van een leie dakje.

Het laatste stukje tot het voltooien van de eerste ronde volgt. Weinig relevante zaken te melden; de kilometers worden rustig afgelegd. Leef wel echt toe naar dit checkpoint halverwege bij de start/finish locatie. Hier kunnen we genieten van een warme maaltijd en kan ik me omkleden zodat ik weer fris en fruitig op pad kan gaan voor de tweede ronde. De eerste lopers komen me tegemoet als ik me op ongeveer zeventig kilometer bevind. Ze liggen dan al twintig kilometer en een pauze halverwege voor. Nu komen ook lopers voorbij die ik ken en me een extra zetje in de rug geven.

Ik hou me aan de regel dat je voor het binnengaan van het checkpoint met jezelf afspreekt hoe laat je weer vertrekt. Een checkpoint is warm, gezellig en veel te comfortabel. Voor je het weet breng je er uren door. Kwart over vier in de middag aankomst, om vijf uur weer weg. Bij binnenkomst wordt gevraagd of ik lasagne wil; graag. Als ik schoenen en sokken uit doe zien de voeten er prima uit. Geen blaren of trenchfoot en ze zijn nog droog. Geen reden om de haarfohn uit de dropbag op te diepen.

Ik kleed me om tesamen met het eten van een welkome maaltijd. Haal wat gewicht uit mijn rugzakje en wissel mijn schoenen voor Vivobarefoot lederen wandelschoenen. Ik ben voornemens het tweede rondje te wandelen en dat kan prima op zogenaamd dichte wandelschoenen. Dit blijkt achteraf een enorme miskleun te zijn geweest maar als ik alles van te voren zou weten zou het leven wel heel gemakkelijk zijn. Als ik de laatste voorbereidingen tref voor vertrek verneem ik van Ingo dat het wat regent. Ik besluit dus te vertrekken met regenbroek en trek mijn dikke Gore-tex jas aan over alleen een thermohemd. Later hoor ik van Joop dat mensen me zo hadden zien vertrekken en het hier niet helemaal mee eens waren. Ik heb het snel warm en wil niet zweten. Ik heb twee Merino laagjes bij dus kan later opschalen indien nodig.

Zoals afgesproken ben ik om vijf uur weer op weg voor nog een rondje. Ik voel me opgewekt en heb zin in het tweede rondje. Het is inmiddels weer donker geworden. In een gestaag wandeltempo leg ik de kilometers af. Naarmate de avond vordert wordt het wat kouder en ik trek onderweg een extra Merino laag aan. Langzaam voel ik steeds meer slaap opkomen. Ook merk ik dat met alle slaap het steeds meer moeite kost om het tempo strak te houden. Op een gegeven moment kan ik alleen nog maar denken aan slapen. Maar kan niet slapen, moet kilometers maken. Aangezien we de tweede ronde tegengesteld lopen aan de eerste betekent dit dat we het volgende checkpoint weer op café gaan. Op het checkpoint wordt ik verwend met overheerlijke pompoensoep en rijstepap. Drink wat water, cola en koffie. Vul mijn frontpack met allerlei lekkers voor onderweg. Als laatste vul ik een diepvrieszakje met chips dat ik na het verlaten van het checkpoint opknabbel. Het café is niet echt een geschikte plaats om even te tukken dus ik neem me voor bij het volgende checkpoint in de voetbalkantine slaapje te doen. Kort na het verlaten van het checkpoint komt Joop me tegemoet gelopen, we liggen nog dicht bij elkaar.

Alles gaat eigenlijk nog goed maar ik heb zo'n slaap. Ik doe geen moeie meer tempo te ontwikkelen en beweeg me gewoon rustig voort. Op basis van handheld GPS registratie van de afstand en horloge constateer ik dat ik nu net geen zes kilometer per uur loop. Het gaat dus niet supersnel meer maar maak zo nog voldoende meters. Ik schat dat een kwartiertje na het verlaten van het checkpoint Joop me achterop komt gelopen. Ik zeg dat ik slaap heb, het tempo laat zakken, en hij gewoon door moet lopen. Slaap, ik wil slapen. Tijdens het ultra-mind weekend heb ik van Michiel Panhuysen geleerd dat het kan helpen even op het pad te gaan liggen. Twee weken geleden sneeuwde het tijdens een Legends-verkenning en heb ik met gesloten ogen tegen een boom gestaan. Nu is het droog en breng het op het pad liggen in de praktijk. Zoek een verhard stukje op en ga even gestrekt met gesloten ogen liggen. Het is niet zo dat je ineens weer de hele wereld aankunt maar de scherpste randjes gaan er wel van af. Ik herhaal het ritueel een paar keer tot het checkpoint. Volgens mij is het op dit stuk dat Kurt me achterop gelopen komt. Dit motiveert me om wat meer tempo op te pikken. Fijn om even samen gelopen te hebben. Mijn startnummer ben ik al eeuwen kwijt maar Kurt weet te melden dat het gevonden is en op het checkpoint te Ottenburg ligt.

Het checkpoint wordt bemenst door Hennie (medical team) en Harry. Er is in de loop van de avond een kerstbijeenkomst geweest in de voetbalkantine en alles is tijdelijk verplaatst naar de kleedkamers. Direct bij binnenkomst geef ik aan dat ik wil slapen. Het feestje is voorbij en Hennie en Harry staan op het punt de boel weer te verplaatsen naar de kantine. Ik eet en drink wat en vervolgens duikt Harry wat dekens op om een slaapplek in te richten in de hoek van de kantine. Ik vraag om mij na maximaal een uur te wekken mocht ik in slaap sukkelen. Even heerlijk liggen. Na een minuut of vijfentwintig ben ik nog wakker. Ik sta rustig op, eet en drink wat en vul mijn frontpack met nieuw eten. Ik probeer ongeveer elk uur iets te eten.

Foto: Harry de Vries

En hop we zijn weer op weg. Maar van even liggen wordt je zo stijf als een plank. De eerste paar honderd meter gaan wat moeizaam en vervolgens zet ik vol goede moed mijn tocht voort.

Het is inmiddels half een 's nachts en we hebben er 118 kilometer opzitten. Het tukje heeft me goed gedaan want ik heb zelfs weer zin in korte stukjes dribbelen. Volgende checkpoint ligt tweeëntwintig kilometer verder weer in Kortbeek Dijle. In deze etappe krijg ik het zwaar. Tot op heden had ik niets te klagen, alleen wat slaap en vermoeide benen, maar dat vind ik niet gek. Het is in dit deel van de race dat mijn voeten langzaam aan beginnen te geven dat ze in wat mindere staat verkeren. De tweeëntwintig kilometer leg ik in ongeveer zes uur af. Ik blijf regelmatig het pad liggen ritueel herhalen maar het is duidelijk dat het langzaam een lijdensweg begint te worden. Ondanks de pijn ga ik rustig verder. Zolang ik bereid ben mijn ene voet voor de andere te blijven zetten kom ik uiteindelijk aan de finish.

Iets na zessen in de ochtend kom ik aan bij checkpoint zeven in Kortbeek Dijle. Ik geef Els en Wim aan dat het erg moeizaam gaat en eerst weer wat wil slapen. Geef aan dat ik graag na een uurtje weer gewekt wil worden. Ook deze keer ben ik na twintig minuten nog wakker. Had ook eigenlijk niet verwacht dat ik met alle adrenaline die door je aders stroomt snel in slaap zou vallen. Sta dus weer op, eet en drink wat, vul de eetvooraad aan en strompel weer aan.

Ben net een paar minuten op weg als de tranen over me wangen rollen. Ik realiseer me dat ik het ga halen maar dat het van heel ver zal moeten komen. Minuten lang vervolg ik huilend mijn tocht. In gedachten vraag ik ome Tinie, mijn beschermengel, me te helpen en met me mee te lopen. Even later stillen de tranen. Van wandelen is nu geen sprake meer. Mijn voeten liggen aan gort en ik vorder heel langzaam richting finish. Welkom in de ultra-zone Mark.

Volgende tussendoel is het lusje. Weet op dat moment niet exact op welke afstand het lusje zich bevindt. Dus ik ga even kijken waar mijn stipje en het lusje zich bevindt op de Legendstracking website. Het is nog wel een stukje. Als we het lusje op 146 kilometer hebben gehaald is het nog maar 14 kilometer. Maar dat gaat me waarschijnlijk nog 4 uur kosten. Er komt geen einde aan het lustje want het tempo ligt er volledig uit. Na ronden lustje ben ik benieuwd naar het tempo dat ik nog haal. Zet de Fenix 3 aan en wandel rustig verder terwijl de satellieten worden gezocht. Ik blijk net iets meer dan vier kilometer per uur te halen. Dit gaat nog heel lang duren.

Ik volg nu regelmatig mijn stipje op de Legendstracking website. Niet dat ik er een stap harder van ga. Het is inmiddels voor de tweede keer licht geworden en de slaap lijkt verdwenen. Of de problemen met de voeten nemen alle aandacht in beslag. Wanneer ik een bankje tegen kom ga ik eens rustig zitten. Eerst bekijk ik op de Legendstracking website waar mijn stipje zich bevindt; 152 kilometer. Vervolgens plaats ik een bericht op Facebook dat aan duidelijk niets te wensen overlaat. "begraaf me maar, dood. Nog 8K".


Nu wordt ik regelmatig ingehaald door lopers en het even uitwisselen van wat woorden is fijn. Ook lees ik bij tijd en weile de reacties op m'n Facebook bericht.
Hartelijk dank voor alle reacties; ze hielpen me tijdens mijn helletocht. Als ik wordt ingehaald door Ralph en Raymond praten we even. Een kort gesprek leidt even af van de misère. Wanneer Sander me voorbij loopt weet ik hem te melden dat 160 kilometer een takke-eind is.

Als ik op basis van handheld GPS een inschatting maak van de afstand kom ik boven de 160 kilometer uit. Kijk eens goed op de Legendstracking website en zie 160, 161, 162 kilometer. Nu volgen een aantal woorden die niet voor publicatie geschikt zijn. Er zit niets anders op dan heel rustig de ene voet voor de andere te zetten. Heb nadien gekeken hoe lang ik heb gedaan over de laatste tien kilometer (bankje op 152 kilometer tot finish op 162 kilometer) bijna drie uur.

Ik draag schoenen met een dunne minimalistische zool die veel terugkoppeling geeft over de ondergrond. De terugkoppeling die ik nu krijg is dat mijn voeten aan gort liggen. Kasseien nodigen uit tot vloeken. Degene die mij hebben zien binnen strompelen zullen zich welligt afvragen of ik aan opgeven heb gedacht. Nee, aan opgeven heb ik geen moment gedacht. De laatste uren heb ik wel af en toe gedacht als ik hier aan de kant ga liggen dan komen ze me wel halen. Maar dit mag worden gezien als een losse gedachte en niet als iets dat door mijn hoofd heeft gespookt. Aan de laatste kilometers lijkt geen einde te komen ik ben constant op de GPS en Legendstracking website aan het kijken. Wanneer ben ik er gvd. Maar uiteindelijk ben ik er. Buiten staat Ania die de deur voor me open doet. Nog een klein stukje tot het podium waar ik mijn zwaar bevochten medaille door de dochter van Stef omgehangen krijg. Na de felicitaties van Stef ondersteunt Tjarda me naar de tafel.

Foto: Ingo van de Bergh

Ga zitten waarna Tjarda en Dave me schoenen uitdoen. Heb het koud dus de bovenkleding wordt snel gewisseld. Wanneer ik even ga staan om de regenbroek uit te trekken barst ik in tranen uit en sta te trillen op mijn benen van de pijn. Kan niet meer staan, alles is stuk. Gelukkig kan ik bijna letterlijk vredig in de handen van het medical team ineenstorten. Hartelijk dank voor de goede zorgen Patricia en Geert.

Foto: Ingo van de Bergh

Ik heb last van trenchfoot en macerated foot. Nu komt de föhn wel van pas om de voeten te drogen. Had verwacht dat de wandelschoenen waterdicht waren maar niets is minder waar geweest. Voor de Legends Trail moet er een alternatief komen. Ondanks dat ik helemaal stuk zit ben ik nog wel een beetje praktisch ingesteld. Ik kan vandaag en mogelijk morgen niet meer autorijden, wat nu? Tjarda geeft aan dat ik me hier niet mee bezig moet houden en dat alles geregeld wordt. Bedankt Tjarda.
Kan na een paar uurtjes heel voorzichtig wat stapjes zetten. Joop komt me halen en ik verwacht morgen wel auto te kunnen rijden. In het huisje even fijn warm douchen, biertje en dan kapot maar gelukkig het mandje in. Er zal nog heel wat water door de Rijn moeten voor de Legends Trail.


Tot slot wil ik Stef, Tim, alle vrijwilligers en mede lopers danken voor een onvergetelijk weekend.















Reacties

Populaire posts van deze blog

Legends Trail 2019, verslagen door Klaas Vaak

LEO180, bikkelen in Brabant

Het Ardennenoffensief bleek een brug te ver