LEO180, bikkelen in Brabant

De LEO180 is 2 jaar geleden op de kaart gezet door de heren Maarten Schön en Marek Vis, beiden doorgewinterde ultra-trailers. Over de titel van de loop valt ook het een en ander te vertellen. LEO, staat voor Leo di Caprio die in de film 'The Revenant' de hoofdrol vertolkt. Je bent pas verslagen als je gegrepen wordt voor de beer. Vandaar dat de beer een symbool is geworden voor deze race. 180 slaat op de afstand tijdens de 2016 editie. Het concept wat de heren hebben verzonnen is echter het volgende. Ieder jaar komt er tien kilometer bij en de tijd die je over de race mag doen blijft op 36 uur staan. Dit jaar heb ik dus het twijfelachtige genoegen 200 kilometer door mijn eigen Brabant te lopen. Met een succesvolle finish tijdens 'The Great Escape' heb ik er wel vertrouwen in. Het zal echter wel een dingetje worden. Verder is de race semi-selfsupporting. En tot slot is het een underground loopje, beetje als een illegale houseparty maar dan zonder muziek en pillen.

36 uur over 200 kilometer. De rekenmeesters onder ons komen dan al snel op een snelheid van 5,5 km/u. We komen er niet zo gemakkelijk mee weg. De eerste 99 km. mogen in 15,5 uur worden weggetikt. Dit betekent ruim 6,5 km. uur. Dat moet kunnen zullen de meeste vinden. Hier wil ik wel in meegaan. Ik wil toch wel een uurtje hebben om halverwege wat te eten en me gereed te maken voor de tweede helft en nacht doortrekken. Dan komen we al op een kilometer of 7 per uur. Het klapzand in de Drunense Duinen doet het gemiddelde ook geen goed. Tel daarbij de tijd benodigd voor kleine zaken en een korte rust op het eerste checkpoint bij Klein Oisterwijk, en je komt al snel tot de conclusie dat de eerste 99 kilometer het een dribbel, hobbel of ultra-shuffel festijn moet worden. Met veel wandelen ga je het niet redden. Het is echt ultra racen. Ik zie de verschillende cut-off's ook als mijn grootste vijand.

De start is zaterdag ochtend zes uur. We worden een half uur van tevoren op de startlokatie in Goirle verwacht. Half uurtje rijden vanuit Boxtel, dus de wekker wordt op half vijf gezet. Met het beproefde recept, een half slaappilletje, zoek ik om half tien het mandje op. Wel fijn om voor een race voor de verandering in mijn eigen nest te kunnen maffen.  Weet vier uurtjes aaneengesloten slaap te pakken met wat dutten. Moet voldoende zijn om een nachtje door te halen. Tijdens 'The Great Escape' waren het maar twee.


Rond half vier sta ik maar op. Kleed me rustig aan lees de laatste berichten in onze LEO180 groep. Ontbijt sla ik over want we hobbelen toch in standje vetverbranding.
Iets voor vijven tuf ik rustig naar Goirle. Ik heb er zin en vertrouwen in, fijn 200 kilometer door Brabant lopen. In Goirle is het een weerzien met Maarten en Marek, en mijn tien mede lopers. Hoor dat een paar lopers zich de avond te goed hebben gedaan aan het bier. Blij dat ik mijn misschien wel te serieuze voorbereiding heb gekozen. We kletsen wat, drinken een paar bakken koffie en klokslag zes uur mogen we voorzien van een Legends Trails tracker.



Het eerste stukje genieten we van heerlijk asfalt. Of vloek ik nu in de trail-kerk. Kies een rustig hobbel tempo want het is nog best wel ver. Heb het gevoel dat ik een mooie training aan het afwerken ben. Het plan-de-campange is tot de verzorging op 99 km. vrijwel alles te hobbelen. Ook nu valt het me op dat het tempo in het donker lager ligt dan wat je op gevoel zou zeggen. Na ruim een uur lonkt al het ochtendgloren. We steken de A58 ten zuiden van Tilburg over en vervolgen onze tocht noordwaarts naar Tilburg Reeshof. Het licht maakt dat ik iets sneller mijn kilometers wegtik. Het is echt genieten. Ook het weer is perefect dus dat kunnen we niet meer als excuus aandragen mocht het onverhoopt een dingetje worden. Wanneer ik Tilburg Reeshof binnen loop staat Marc me op te wachten. Bedankt Marc! Altijd leuk als iemand je onderweg opwacht en ook nog op de gevoelige plaat vastlegt.


Via station Tilburg-Reeshof gaan we noordwaarts. Om het geheel trailwaardig te houden lopen we door groenstroken. Legio hekjes met bordjes 'geen toegang' dienen overwonnen te worden. Maar hoe doe je dit en-plein-public? Ga gewoon bij het hekje staan en kijk uitgebreid op mijn handheld alsof ik de juiste weg zoek. Haal dan mijn schouders op, klim over het hekje en hobbel rustig verder. Als ik voor ruim een meter water sta bekijk ik uitgebreid of er geen mogelijkheid is de voeten droog te houden. Loop een stukje terug en kijk goed of ik mogelijk een doorgang heb gemist. Nee, helaas. Wil niet nu al natte poten krijgen dus ik neem een beheerst aanloopje en waag de sprong. Yes, droge voeten. Dit geeft wel een beetje een jubelstemming. Na het slechten van de groenstroken volgt een stukje verhard noordwaarts door een industriegebied. Als voormalig wegatleet weet ik dit wel te waarderen. We verlaten de weg en vervolgen richting landgoed Huis ter Heide bij de Moer. Hier kom ik Bram van Diemenrunners tegen. Bram loopt gezellig een stukje mee en onderweg word ik uitgebreid geïnterviewd. Als ik op de GPS kijk blijken we een stukje van de route te zijn afgeweken. Het lijkt ook iets korter en aangezien afsnijden niet de bedoeling is loop ik een paar honderd meter terug via de correcte route om de gemiste kilometers goed te maken. Dit is Bram zijn achtertuin en hij liep zoals hij normaliter zelf loopt. Ach, die paar honderd meter doen er ook niet veel toe. Het half uurtje samen hobbelen levert een mooi filmpje op en voor wie er voor openstaat wordt er nog wat interessant ongevraagd trainingsadvies gegeven.


Filmpje door Bram van Diemen

Als Bram richting auto gaat resteren mij nog enkele kilometers tot de enorme zandbak genaamd Loonse en Drunense Duinen. Als de bospaadjes overgaan in klapzand gaat mijn hobbelen over in wandelpas. Ga mijn energie niet verspelen in tien kilometer zandhappen.

Als ik bij café De Roestelberg aankom staan Dennis, Mike en Barry op het punt te vertrekken. We zitten pas op 36K, dus ik neem zeker geen pauze. Het drietal raakt al snel uit zicht. Mijn tempo wordt aardig gedrukt dus dat mag straks weer worden goedgemaakt. Na een tijdje ben ik het zand wel een beetje beu. Ik wil paadjes waarover ik kan lopen, of nog beter asfalt. Bijna aan het einde van alle ellende staan Maarten en Marek me in de zandbak op te wachten met een snikker als verrassing.


Dit gaat er prima in. Nog even doorhappen tot de paadjes en de wandelpas wordt verruild voor mijn ultra-shuffel. Na het verlaten van de Loonse en Drunense Duinen krijgen we aardig wat asfalt om de aansluiting te maken met de Oisterwijkse bossen. In Haaren kom ik zonder water te zitten. Stap een kledingzaak binnen om een bidon water te schooien. Als het moet zou ik het nog wel 12 kilometer redden tot het checkpoint te Klein Oisterwijk. Maar het is onzin om zonder water te blijven lopen als je het kunt krijgen. Vlak nadat ik het centrum verlaat staat Sander me op te wachten. Fijn dat iemand me op te wachten staat. Sander loopt een stukje mee totdat ik de weg bij landgoed Nemelaer oversteek.  57K gehad, nog heel veel te gaan. Het stukje dat volgt ken ik uit het hoofd. Scheelt weer wat kijken op de GPS. In de Oisterwijkse bossen moet ik wel goed opletten. Loop er regelmatig maar echt de weg kennen doe ik nog niet. Veel eten doe ik niet onderweg. De eerste vier uurtjes helemaal niets en sindsdien eet ik kleine beetjes. Heb Macadamia nootjes bij voor de vetten, mini worstjes voor de eiwitten en wat gedroogd fruit voor de koolhydraten. En het belangrijkste, water. Een paar honderd meter voordat ik bij het checkpoint bij Klein Oisterwijk ben komt een loper me tegemoet. Heel ironisch zegt hij, het is nog 200 meter. Zal maar niet zeggen dat ik aan een loopje van 200 kilometer bezig ben.



Op het checkpoint neem ik rustig de tijd om even bij te tanken. Eet een krentenbol met kaas, drink wat chocomelk en geniet van het feit dat ik me na 66K nog in mijn nopjes voel. Een kwartiertje later gaan we weer op pad. De Oisterwijkse bossen zijn als ware het verlengde van mijn achtertuin. Het stukje dat nu komt, de Kampina, is mijn achtertuin. De aankomende tientallen kilometers lopen niet alleen door bekend terrein, maar ik ken de route ook uit het hoofd. Fijn hobbelen door bekend terrein.


Als ik bij de parkeerplaats bij het Loo aankom wordt ik begroet. Het duurt een paar seconden voordat het kwartje valt. Het is Peter, een doorgewinterde ultraloper. Ik ben lid geweest van dezelfde atletiekvereniging, AV Marvel te Boxtel. Gaaf dat je op me staat te wachten Peter! Volg een beetje in de voetsporen van Peter. Als we de weg oversteken lopen we een stukje langs de Kleine Aa en Beerze. Dit was mijn voorstel om wat extra kolometers te vinden om van 190 naar 200 kilometer te komen. Leuk dat het nu een stukje van de LEO is. Een stuk verder staat Peter weer samen met Gemma die de hond aan het uitlaten is. Blijft fijn om bekenden tegen te komen.

En dan valt de schemer in en mag het hoofdlampje weer op. Blijft toch wel een mooie tak van de loopsport. Nacht, dag, nacht, lopen gewoon in elkaar over terwijl je een enorme afstand overbrugt. Ben net het graf van Van Tienhoven gepasseerd als ik een stem hoor: "Hallo". Ik roep maar terug: "Hallo". Enkele tientallen meters ontwaar ik iemand. Het blijkt de boswachter te zijn. Gesnapt! Hij weet me te vertellen dat ik hier niet mag zijn nu en vraagt of ik alleen ben. "Ja ik ben alleen". "Ik ben al drie vrienden van je tegengekomen en er zit nog iemand achter je". Mijn instant verhaal dat ik opdis zal wel niet helemaal geloofwaardig zijn. Ik kijk eens op mijn horloge en zeg dat ik uit Boxtel kom, naar Spoordonk onderweg ben, en om half vijf eigenlijk al uit de Kampina had willen zijn en dan via het padje langs de Beerze naar Spoordonk. Vervolg met dat ik gewoon te langzaam ben. Is eigenlijk niet eens een leugen want ik ben alles behalve snel. "Dat padje langs de Beerze mag nu nu ook niet komen." " Oooh, je mag dus eigenlijk nergens komen". Terwijl ik druk bezig ben met smoesjes ophangen gaat tot overmaat van ramp mijn telefoon. Geloof niet dat de boswachter iets gelooft van mijn woorden. Geef aan dat ik eigenlijk zo snel mogelijk uit de Kampina wil komen. Hij geeft aan hoe ik de Kampina moet verlaten. Hij zegt nog "Als je echt uit Boxtel komt, je komt uit bij de Liegbenkskes". Nee, dit is geen spelfout. In het Bokstels heten de bankjes aan het einde van de Annadreef Liegbenkskes en niet Liegbankjes. Vertel dat ik de Liegbenkskes ken en dat ik de opgedragen route zal volgen. Kom er zonder boete vanaf en bedank de boswachter voor het begrip. Als hij wegrijdt wordt het tijd om eens te kijken wie mij probeert te bellen. Zie berichten van "ze zijn aan het controleren in de Kampina". Je meent het. Ik bel Maarten terug en we hebben het kort over de ontstane situatie. De opgedragen route wijkt af van de uitgezette route en is iets korter. Maarten zegt dat ik gewoon mijn ding moet doen, gemiste afstand zien we later wel. Later verneem ik dat Dennis, Mike en Barry zonder lampje door de Kampina zijn gegaan om niet gesnapt te worden. Het is donker en wat mistig. Geloof me als je in het donker in de mist op een pad staat dan kun je werkelijk niet zeggen waar je precies bent, tenzij je werkelijk duidelijke kenmerken hebt als de fietspad die dwars door de Kampina loopt. Wanneer ik zie dat ik weer op de LEO-route ben volg ik braaf de GPS. Heb eigenlijk maar half geluisterd naar hoe ik geacht wordt de bossen te verlaten. En dan komt de boswachter me achterop gereden. "Dit is niet wat ik je heb gezegd, je zit nu zeker op je route". Bevestig dit maar zeg dat ik echt zijn route wil volgen. "Volg dan je route maar".
Het is mistig en Marek heeft wat smalle single tracks gevonden die nu wat lastig te vinden zijn. Vaak is het deel over de heide een zeer natte bedoeling maar nu is alles zo kurkdroog dat je over de heide kunt struinen en je voetjes droog houden.

We verlaten de Kampina bij de Logtsebaan en daar staat een pop-up checkpoint. Zeg dat we onderweg niets mogen aannemen maar het is afgesproken met Maarten en Marek. Een lekker warm soepje gaat er wel in. Het wordt langzaam kouder. Nog een achttal kilometers resteren tot het checkpoint op 99K. Een klein uurtje ultra-shuffel. Rond de klok van kwart over acht in de avond arriveer ik bij het checkpoint. De halftien cut-off geeft me ruim een uur om me gereed te maken voor het tweede selfsupporting deel van de race. Het is druk, vrijwel iedereen is nog bij elkaar. Een paar echt snelle lopers liggen enkele uren voor. We worden verwend met een vers gebakken hamburger. Arnoud ontpopt zich tot echte horecaman. Dat gaat er wel in. In deze tijd van het jaar heb ik weer aardig last van het Fenomeen van Raynaud. Mijn vingers zijn wat gevoelloos en worden dus maar actief opgewarmd in twee bekertjes lauw water.


Ik trek droge en warme bovenlaagjes aan, verwissel mijn driekwart-tight voor een lang exemplaar en maak het racevest in orde. Mijn plan is om tot het ochtendgloren alles te wandelen en dan te kijken hoe de vlag erbij hangt. Als je in de tweede helft een voortbewegingssnelheid van vijf kilometer per uur weet te halen red je het. Dat moet kunnen. Heb voor dit deel van de race mijn loopstokken uit de dropbag gehaald. Weet niet of je er sneller door gaat wandelen maar je kunt beter ritme houden. Ik loop een stukje op met Dennis en Mike die ook wandelen. We komen over een padje dat verlicht is door fakkels; een Haloween feestje.

Een hele tijd later loop ik over een pad dat ik niet zozeer herken maar de ondergrond voelt zo bekend, beetje mul zand. Als ik de GPS uitzoom zie ik dat ik de Oostelbeersedijk ben overgestoken en de Oirschotse Heide betreed. Hier ben ik een paar weken geleden ook geweest. De volgende zandbak dient zich spoedig aan. Fijn over de Oirschotse Heide struinen in het donker. Op het checkpoint hoorde ik dat militairen aan het oefenen waren in de buurt van de compound. Jeeps met zoeklichten en wegduiken achter bosjes. Maar niet te veel aan denken. Wanneer ik iemand in behoorlijk tempo hoor naderen van achter verwacht ik dat Dennis en Mike er flink de sokken in hebben gezet. Het is een vreemde. We zijn niet de enigen die in het donker de paadjes opzoeken. Mike komt me een tijdje later achterop gelopen en vertelt me: "De generaal is gestopt". Voor de niet insiders, de generaal is Dennis, voormalig luchtmobieler. Klote. Wanneer Mike aangeeft mee te lopen bedank ik toch maar voor het aanbod. Mike is een sterke loper en dat ga ik nimmer redden. Het wandeltempo zat er tot de zandbak goed in maar gaat nu toch behoorlijk naar beneden. Ook hebben de heren Maarten en Marek een 'geintje' ingebouwd. Een deel van de GPS track over de Oirschorse Heide bestaat uit wat rechte lijnen waarbij je zelf je weg mag zoeken. Enige verplichting is het aan doen van de hoeken. Dit gaat me niet slecht af. Met de handheld kun je prima bepalen hoe je om een stukje bos dient te gaan of er dwars doorheen als de begroeing niet te dicht is. Het kost wel kostbare tijd. Niet alleen vanwege de extra meters, maar ook omdat mijn handen het bedienen van de GPS wat moeilijker maken. Het zandhappen staat me gelukkig niet tegen. Bij de compound blijkt niets te bespeuren; de oefening is blijkbaar voorbij. Na een paar uurtjes zandbak mogen we weer fijn wandelen op paadjes. Naarmate de nacht vordert beginnen mijn handen steeds meer problemen te geven. Heb op het 99K checkpoint dikkere handschoen aangetrokken die voldoende zouden moeten zijn voor winterse omstandigheden. De temperatuur is nu rond het vriespunt maar mijn handen beginnen langzaam te veranderen in twee klompjes ijs. Het fenomeen van Raynaud komt van binnen uit dus de juiste handschoenen zijn slechts een deel van de oplossing. Voor Raynaud zelf is geen oplossing. Bij klachten wordt geadviseerd warme handschoenen te dragen. Interessant is dat ik een aantal jaren geleden tijdens een vitaliteitsworkshop gebaseerd op de Wim Hoff methode eens heb gevraagd wat ik tegen Raynaud zou kunnen doen. Het antwoord: "koude training". Dit staat verder nergens vermeld. Het bedienen van de GPS met twee ijsklompjes is een drama. Moet stil gaan staan en kan dan net de knopjes bedienen. Naast het ongemak, wat een kwestie jammer is, kost het me veel kostbare tijd. Tijd die ik niet heb. Omdat het navigeren moeizaam verloopt mag ik regelmatig een stukje terug lopen. Verspilde tijd die ik me in feite niet kan veroorloven. En eten gaat ook niet meer. Niet vanwege maagproblemen maar ik krijg de zakjes niet meer uit de zijvakjes van mijn racevest gehaald.

Volgens mij was het vlak voor Vessem dat Maarten en Marek op een pad staan te wachten. De heren hadden het schone plan om in de nacht wat te slapen maar in de nacht geven een aantal lopers de pijp aan Maarten en dienen te worden opgehaald. Als racedirector kun je slapen dus gewoon vergeten tijdens een race. Ijsklompjes in een paar handschoenen is lastig bij het GPS bedienen, en in Vessem besluit ik om mijn handschoenen maar uit te doen. De boel bevriest nu helemaal maar kan net iets beter de knopjes indrukken. Een tijdje later wil ik wel eens weten wat mijn tempo is. Loop op dat moment net op de cut-off bij Den Bockenryeder waar we om twaalf uur 's middags voorbij moeten zijn. Ik zet me Garmin Fenix 3 aan terwijl ik verder wandel. Als de satellieten gevonden zijn start ik de activiteit. Geen fijne uitslag. Met alle beslommeringen weet ik de noodzakelijke 5 kilometer per uur niet meer te halen, althans wandelend. En nee, mijn benen hebben na bijna 140 kilometer aardig wat geleden, dus hobbelen is nog geen optie.

Wanneer ik besluit de race te staken wandel ik verder tot ik een verharde weg tegenkom. Het klitteband van het racevest krijg ik nog wel open maar het klipje van de sealbag heeft wat meer voeten in de aarde. Maar na een paar minuten stakkeren is het ding open. Vervolgens Maarten bellen met de mededeling dat ik de race ga staken omdat ik de 170K cut-off nimmer meer ga halen. Hij geeft aan nog een kilometer of wat door te lopen naar een doorgaande weg alwaar ik zal worden opgepikt. Mijn voeten voelden de gehele race prima aan maar nu ik de race heb gestaakt voel ik ze wel wat meer. Interessant hoe je met een helder doel voor ogen toch wat meer pijn en ongemak accepteert.

Aangekomen bij de Westelbeersedijk is het zaak zo snel mogelijk in mijn rescuebag te kruipen want echt warm is het niet. Twee onbruikbare handen is letterlijk en figuurlijk niet handig. Heb mijn tanden nodig om het doosje kapot te scheuren. Ik kan vervolgens op een bankje gaan liggen. Gelukkig maar want je moet altijd proberen van de koude ondergrond weg te blijven, of in ieder geval zorgen voor isolatie. Sluit mijn ogen en probeer wat weg te doezelen. Geen flauw idee hoe lang ik heb gelegen maar dan hoor ik de stemmen van Maarten en Marek.



Snel alles pakken en de warme auto in. Onderweg wat punten aandoend om lopers op de gevoelige plaat vast te leggen, komen we weer in Goirle aan. Eet de eerste uren alles wat los en vast zit. 's middags doen we ons tegoed aan een of beter gezegd paar heerlijke borden lasagne. Langzaam begin ik wel wat slaap te krijgen. Halverwege de middag keer ik huiswaarts waarbij ik Alex nog even in Tilburg op het station afzet. Na een verdiende warme douche is het tijd om te slapen. Wordt midden in de nacht pas weer wakker met een partij honger.

Dat ik deze race niet tot een succesvol einde heb weten te brengen is onderdeel van de uitdaging en het avontuur dat je aangaat. Wel vind ik het spijtig dat ik niet in de ultra-zone ben geweest. Voor mij is de ultra-zone het moment dat ik mentaal en emotioneel aan de grond zit en dan met tranen in mijn ogen mijn weg vervolg. En wat doen we volgend jaar? Wijlen mijn collega, goede vriend en vliegmaatje zou zeggen: "niet goed, opnieuw". Dus volgend jaar op herhaling maar dan is het ding 210 kilometer. Heb gelukkig een jaar om verder te groeien als ultraloper.

Ik wil besluiten met het bedanken van Maarten en Marek voor het organiseren van dit niet bestaande loopje. Een kleinschalig illegaal loopje brengt wel een speciale ultra-sfeer.










Reacties

  1. Heel mooi verhaal mark. Top prestatie. Ik heb veel groene puntjes op internet gevolgd dat weekend. (Ook verslavend)
    Ik doe veel kennis op uit jullie mooie verhalen. Afgelopen jaar de eiger 51 gelopen en volgendjaar wil ik mn eerste 100k lopen, de grizzly 100.
    Wat is dat trailen toch mooi!!
    Groet Harold.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hee Mark, mooi om jouw verhaal hier ook te lezen, je hebt mij aan een paar details herinnerd die ik was vergeten. Ik hoop van harte dat het je de volgende keer wel gaat lukken met +10km, en hopelijk kan ik je een paar bruikbare tips geven binnenkort met onze ChiRunning workshop en wat ademhalingsoefeningen! Groetjes, Willem

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Legends Trail 2019, verslagen door Klaas Vaak

Het Ardennenoffensief bleek een brug te ver